-
juli 2022Casussen
Seksueel misbruik zorginstellingen midden des lands
De familie de J heeft twee ghandicapte kinderen: Boukje met het Prader-Willy syndroon, en Uitze met een onverklaarbare ontwikkelingsachterstand en autisme:
Boukje heeft via S.P.D. in 1995 een plek bij de Pameyer-Keerkring gekregen in het KGVT “Geeranja” in de wijk Ommoord in Rotterdam. Uitze is in 1997 ook via de S.P.D. uit huis geplaatst naar KGVT “Geeranja”. De begeleider van Uitze wordt betrapt op het bezit van kinderporno en het kijken naar pornofilms met buurtkinderen. Hij blijkt zich jegens Uitze schuldig te hebben gemaakt aan ernstig seksueel overschrijdend gedrag. Uitze durft hierover aanvankelijk niet te praten uit angst voor represailles en doet dat pas nadat de begeleider op non-actief is gesteld. Uitze’s aversie tegen “Gaaranja” werd door de psycholoog niet herkend en zodoende werd er voortdurend druk op ons uitgeoefend om Uitze er heen te sturen. Vervolgens kwam aan het licht dat de begeleider ook mentor was van een medebewoner die onze dochter Boukje misbruikte.
De dader is veroordeeld voor zijn daden maar slechts ten dele vanwege de door ons aangedragen feiten en niet vanwege de door Uitze geuite beschuldigingen omdat - naar later bleek - de aanklacht niet ontvankelijk was wegens gebrek aan bewijs. Instelling Pameyer Keerkring heeft op geen enkel gebied de juiste hulpverlening op de getraumatiseerde kinderen gezet.
Uitze krijgt vrijheden die hij niet aankan en er treden gedragsveranderingen op. Ouders geven dit aan maar dit wordt geweten aan puberaal gedrag. De weg die de Pameyer-Keerkring heeft ingeslagen wordt doorgezet: integreren in de samenleving is tot dogma verheven. Dit uit zich o.a. in de nieuwe slogan “Partners in de Samenleving”. Niet het welzijn van de individuele cliënt is de hoofdzaak maar het integreren is tot doel verheven. En dat in een maatschappij die helemaal niet zit te wachten of open staat voor deze integratie. Mede door deze visie zijn Uitze vrijheden toegekend die hij niet aan kon en waar tegen hij beschermd had moeten worden. Het gedrag van Uitze veranderde en verergerde. Hij ging heel veel roken en drinken. Dit kon omdat hij dus aan het integreren was in de maatschappij en daar werd natuurlijk misbruik van gemaakt. Hij heeft ook veel geblowd in die periode. Dan ontmoet hij op een gegeven moment een visser die later zijn visvriend wordt. Daar waren wij ook blij mee want we werkten hard aan het creëren van een sociaal netwerk rondom Uitze. Politiek correct en een beloftevol streven. In de loop van 2003 komt Uitze met het verhaal naar buiten over het misbruik door zijn z.g. visvriend. De gedragswetenschapper en de leiding staan zeer sceptisch tegenover dit verhaal en zeggen onomwonden dat Uitze een grote fantasie heeft. Weer zeggen wij, (ouders) dat de enige weg om daar achter te komen de politie is. Die doet aan waarheidsvinding. Door onze standvastigheid wordt er een melding gedaan en De Groot (de visser) wordt gehoord door de Jeugd en Zeden Politie. Die ziet voldoende reden om aangifte te doen en na een dag legt d.G.een volledige bekentenis af. Uitze zegt tegen Boukje dat zij nu ook moet vertellen wat er gebeurd is. De gedragswetenschapper en de begeleiders zeggen dat ze grote twijfels hebben bij Uitze zijn verhaal en denken dat Uitze aan het manipuleren is om zijn eigen verhaal sterker te maken. Ook nu zeggen de ouders dat de enige die aan waarheidsvinding doet de Politie is en dat ook in dit geval aangifte wordt gedaan. Ook ten aanzien van het misbruik van Boukje legt De Groot een volledige bekentenis af.
Uitze verteld na twee weken dat ook de vriendin van de Groot bij het misbruik was betrokken. (Weer ongeloof op “Geeranja”) De vriendin wordt aangehouden en ook zij legt een volledige bekentenis af. Justitie ziet af van vervolging omdat ook zij slachtoffer zou zijn. Uitze wil contact met de dader die drie jaar gevangenisstraf gekregen heeft en heeft het idee dat wanneer er “sorry” wordt gezegd hij weer de sociale omgang met de dader kan hebben. De gedragswetenschapper gaat volledig mee met de wens van Uitze en bereid een dader slachtoffer confrontatie voor.(Zeer tegen onze zin) De dader zit uiteindelijk een derde van zijn straf uit. Uitze ontdekt zelf dat de dader weer thuis zit. Dat gaf grote paniek.Via justitie vernemen wij dat hij met een enkelbandje om naar huis is gestuurd. Terwijl de staat nota bene beweert dat zedendelinquenten hun hele straf uitzitten en nooit met een enkelbandje weer naar huis worden gezonden! Er ontstaat een grote verwijdering en een bitter conflict met Geeranja.
Naar aanleiding van de laatste gebeurtenis wordt er een zgn. crisis overleg door ons de ouders afgedwongen waarbij wij een extern deskundige hebben ingeschakeld. Als “breekijzer” fungeert zij om de noodzakelijke hulp voor Uitze te verkrijgen. Deze hulp komt niet uit de verf. In de praktijk komt het er op neer dat Uitze niet meer buiten de grenzen van “Geeranja”mag komen. De toegezegde extra begeleiding voor Uitze komt na een tweede crisisoverleg maar is zo teleurstellend voor Uitze dat hij zelf weer wegen gaat zoeken om uit “zijn gevangenis”te ontsnappen. Hij krijgt steeds meer gedragsproblemen. (diverse mails van ons naar de leiding van “Geeranja”zitten in het dossier) De ouders krijgen signalen dat Uitze ’s nachts weet uit te breken. Dit wordt door de leiding ontkent onder het mom dat er een slaapwacht aanwezig is. De vader van Uitze gaat ’s nachts posten in de buurt. Dan word hij een keer betrapt wanneer hij op het punt staat om weg te gaan. Een paar dagen later is hij weer weg en wordt om 04.00 door een dronken man “thuis”gebracht. Dan pas komt er een melder op de deur en een betere controle.
Dat Boukje en Uitze zo lang bij de Pameyer-Keerkring zijn blijven wonen heeft te maken met het feit dat wij jarenlang hebben geprobeerd om voor onze kinderen een z.g.16+ huis te realiseren i.s.m. de Pameyer-Keerkring. Een tussenvorm van wonen uit een KGVT en een GVT. Het huis is gerealiseerd, maar wij hebben er geen gebruik meer van gemaakt. De reden is dat wij inzagen dat Boukje en Uitze de zelfstandigheid niet aankunnen.
Wij hebben een klacht ingediend bij de klachtencommissie van de Pameyer-Keerkring over de deskundigheid, het bieden van bescherming en van veiligheid aan onze kinderen, toevertrouwd aan deze zorginstelling. Na aanvankelijk zorgvuldig te zijn gehoord door de klachtencommissie krijgen wij de conclusies te zien: Gegrond op een paar onderdelen maar op de duidelijke expliciete vragen ten aanzien van de veiligheid,deskundigheid en laksheid van de zorgverlener is gewoon geen antwoord gegeven. Ofschoon wij tot drie keer toe een brief hebben geschreven voor een antwoord op deze vragen, is er tot op dit moment geen nadere uitleg of verklaring gegeven.
Ten aanzien van de gedragswetenschapper (W Oudekerken) word verwezen naar het N.I.P.(Nederlands instituut voor Psychologen). Onze zeer geduchte klachtbrief is als niet ontvankelijk verklaard door het NIP. De slager die zijn eigen vlees keurt….
Bij de inspectie op de volksgezondheid waren ook signalen binnen gekomen over de misstanden op “Geeranja”\Pameyer-Keerkring en ook door hen is een onderzoek ingesteld. Wij hebben ook daar gesprekken gevoerd en van de Inspectie schriftelijk bevestigd gekregen dat “Geeranja “niet de veilige plek was voor met name Boukje en Uitze. Het Inspectie rapport is opgevraagd middels de wet Openbaarheid van Bestuur. Onze advocaat (mw. A van Bon-Moors uit Nijmegen) bereidde een civiele procedure voor om via de juridische weg de Pameyer\Keerkring te dwingen hun verantwoordelijkheid te erkennen en een excuus naar Boukje en Uitze uit te spreken. Uiteindelijk komt er via MEE-Rotterdan een plek voor Boukje en Uitze in een andere zorginstelling: de Bruggen in Zwammerdam. Na intensieve gesprekken en toegezegde zorgverlening hoopten wij op rust voor ons aparte gezin en vooral veiligheid voor onze kinderen. Helaas heeft dit niet zo mogen zijn. Boukje is bij alle toestanden van Uitze langere tijd het ondergeschoven kindje geweest. Zij was net zo getraumatiseerd als haar broer.
Uiteindelijk heeft Boukje een verhaal verteld waarin veiligheid en bescherming een grote plek innemen tijdens haar verblijf op de Bruggen. In alle opzichten heeft zij de waarheid verteld. De directie van de Bruggen heeft geen enkele verantwoordelijkheid gedragen. Dit heeft geresulteerd in een documentaire van het tv-programma Netwerk waar wij dit verhaal naar buiten hebben gebracht. Vervolgens hebben wij een rechtszaak aangespannen. Na twee jaar(!!) is er uiteindelijk voor de meervoudige rechtbank in DenHaag geconcludeerd dat er onvoldoende gekwalificeerd personeel met veel te drukke werkroosters moesten werken met bewoners die vaak ook grensoverschrijdend gedrag vertoonden. De rechters achten een gebaar naar de familie de J op zijn plaats. Dit heeft tot onze grote teleurstelling niet tot een veroordeling geleid maar tot een (gedwongen) schikking. Naar aanleiding van ons verhaal heeft de Inspectie gezondheidszorg een onderzoek gedaan binnen de Bruggen. Daar kwam de Bruggen zoals verwacht zeer slecht uit.
Zeer teleurgesteld gingen wij weer op zoek naar een andere zorginstelling. Wij hoopten op betere zorg. Vooral op erkenning van de opgelopen trauma’s van onze kinderen. Boukje verhuisde als eerste na een paar tussenverhuizingen naar de Merwebolder in Sliedrecht. Daar is men na vele gesprekken met ons een vrouwenhuis gestart waar getraumatiseerde vrouwen een veilig nest zouden hebben. De begeleiding bestond ook uitsluitend uit vrouwen. Dit was veelbelovend. Het complete team rondom Boukje heeft ons als volwaardige ouders en met respect bejegend. De zorg, de juiste therapie en goede begeleiding kwam eindelijk op gang. Mede door hapto/psycho therapie kreeg Boukje wat meer rust in haar hoofd. Al was dit een moeilijke en lange weg.
Uitze kreeg op de “Bruggen” therapie van de gedragswetenschapper onder auspiciën van het CCE Centrum voor consultatie en expertise door ons afgedwongen. Hij woonde op het terrein van de “Bruggen”in het door de “Bruggen”in het leven geroepen socio woning. Op papier zag dit er goed uit, maar de praktijk wees heel anders uit. Omdat wij Boukje al uit de Bruggen – waar wij een groot probeem mee hadden - hadden uitgeplaatst, kon ook Uitze daar niet meer wonen. Wij waren een rechtszaak aan het voorbereiden. Binnen ons sociale netwerk kregen wij een tip dat een familie uit Oosterhout een kleinschalige woonvoorziening wilde opzetten voor zeer kwetsbare Je mensen die tussen wal en schip zijn geraakt binnen de reguliere instellingen. Daar zijn wij op ingegaan. En Uitze kon bij hen komen wonen. Eindelijk durfden wij weer een beetje vertrouwen te hebben in de zorg aan onze zoon.
In die periode veranderde de sfeer in het huis waar Boukje woonde op de Merwebolder. Er waren veel verhuizingen en veel crisisopvang. Dat kwam de stabiliteit van de vaste bewoonsters niet ten goede. Er kwam onrust en Boukje veranderde in een nukkige Je vrouw. Ze leed net als Uitze aan angsten en herbelevingen. Deze kwamen in volle hevigheid terug. Wij hadden onze zorg uitgesproken over een nieuwe bewoonster. Een vrouw die zichtbaar aan de rand van de samenleving heeft geleefd. Er was geen respect en zij zorgde voor een slechtere sfeer. De andere vrouwen waren bang voor haar. Op een slechte dag las ik ( moeder) een rechtbankverslag is de krant. Er was oude zaak door het Cold Case team opgerakeld. Dit vanwege een nooit opgeloste moord op een driejarig kind. Met ontzetting kwam ik erachter dat dit de vrouw was die bij Boukje in huis was geplaatst en waar wij al onze grote vraagtekens bij hadden gezet. Omdat jeugdzorg en reclassering hun werk niet hadden gedaan heeft zij haar kindje omgebracht. Natuurlijk uit paniek en machtloosheid. Deze vrouw is zo zwaar getraumatiseerd en heeft ernstig psychische schade. Natuurlijk is dit voor haar een groot levenslang trauma.
Na heen en weer bellen hebben wij uitplaatsing van deze vrouw af moeten dwingen. In hun alwetendheid hadden de deskundigen besloten om dit verhaal stil te houden. Maar op een vreselijke manier ontdekten wij dit. Toen was ook iets wat zo goed begonnen was bedorven. Wij noemen dit soort plaatsen besmet gebied. Wij moesten dus op zoek naar een andere woonplek voor Boukje. Teun en Margreet zagen onze wanhoop en hebben zich bereid verklaard om ook Boukje in hun huis te nemen.
Wij weten nu dat Boukje en Uitze elkaar zullen blijven kennen, dit was voor ons een grote bijkomende zorg. Ook iets waar de reguliere instellingen in tekort schoten.