-
juli 2022Casussen
Twijfelachtige aanpak Abrona van (vermeende) ongewenste intimiteiten
M.S. is een licht verstandelijk gehandicapte jongen met autisme (zorgzwaartepakket VG3). Hij woont al vele jaren op De Loever (lokatie van zorginstelling Abrona) in Wijk bij Duurstede. Eind 2010 vindt een incident plaats met een buurmeisje - ook bewoonster van De Loever - waarbij M.S. haar betast zou hebben zonder verdere sex. De leiding is op personeelsuitje en de vervangers grijpen naar de “procedure” ongewenste intimiteiten en melden dit aan de leiding en de clustermanager. De leiding van De Loever besluit aanvankelijk niet volgens de procedure in te grijpen, hetgeen zou betekenen dat MS ogenblikkelijk moest worden overgeplaatst. Daarentegen wordt wel een ondervragingsteam bijeengeroepen dat alleen het meisje (met minimaal twee man) ondervraagt. Hieruit komt naar het oordeel van Abrona een “samenhangend verhaal”.
Tijdens een gesprek tussen de leiding van Abrona en de orthopedagoog enerzijds en de moeder van het meisje anderzijds blijkt dat zij zeer faalangstig is en dat haar moeder haar had verboden nog langer met een (andere) jongen om te gaan. Op de vraag van de vader van MS of het wel juist was om MS als “dader”aan te wijzen omdat MS geen ervaring heeft met meisjes, kon Abrona alleen aanvoeren dat het team net zo lang het meisje had ondervraagd tot er een samenhangend verhaal uit was gekomen. Bij herhaling vraagt de vader waarom niet beide partijen zijn ondervraagd. Abrona stelt dat dit niet gebruikelijk is. De vader stelt dat dit dus een “veroordeling”van het handelen van MS is zonder dat hij hierover in de gelegenheid is gesteld zijn verhaal te doen, noch dat hij is gehoord. Abrona stelt dat dit onderdeel is van de procedure. Vader heeft later deze procedure opgevraagd maar nergens deze handelwijze aangetroffen. De vader geeft aan weinig waarde hieraan te hechten en vraagt het dagboek van de Loever op die dag op (het rapport van het team krijgt hij niet te zien). Uit een mail (die volgens de Loever de melding bevatte) blijkt nergens dat er een zodanig zwaar incident heeft plaatsgevonden, in tegendeel: het meisje had pas na het avondeten het voorval aan de leiding gemeld.
De Loever blijft er – anders dan haar eerdere besluit - op staan dat MS moet worden overgeplaatst, dit terwijl ook de moeder van het meisje hiertoe geen noodzaak ziet. Ook weigert Abrona voor het meisje een oplossing te zoeken. De enige mogelijkheid die De Loever wil bieden is een plaatsing op Sterrenberg, ver van de plaats waar MS werkt. Tijdens een bijeenkomst worden de ouders van MS voorgelicht over deze nieuwe groep op Sterrenberg. Ondertussen heeft de vader van MS op de site van Abrona de groep waar MS zou moeten worden overgeplaatst bekeken: het betreft zware autisten met een indicatie van minimaal VG 5.Op de vraag van de vader waarom de indicatie van MS omhoog moet, wordt geantwoord dat dit met de bekostiging te maken heeft en niets met de indicatie van MS. Vader houdt Abrona voor dat dit een onjuiste toepassing van het systeem van indicatie en bekostiging is. Tijdens het gesprek vraagt de vader naar de groepssamenstelling, de groepsgrootte en andere basisgegevens. De orthopedagoge van de groep kan op geen van de vragen een deugdelijk antwoord geven en blijft bij hoog en bij laag volhouden dat MS naar deze groep moet worden overgeplaatst hoewel hij er niet in past.
Tenslotte wordt in een gesprek met de orthopedagoog en de clustermanager door de vader duidelijk gemaakt dat hij het handelen van Abrona in deze casus ondeugdelijk en onjuist vindt en in het nadeel van MS. Abrona heeft nergens kunnen aantonen dat het incident te wijten is aan MS; bovendien toont de vader aan dat de procedures onjuist zijn toegepast. Bovendien wordt zonder dat er een deugdelijke reden voor extra zorg is aangegeven, geprobeerd de indicatie te verhogen van ZZP 3vg naar ZZP 6vg. Slechts doordat vader MS per direct uit Abrona heeft gehaald is dit niet uitgevoerd.
Aangezien Abrona niet bereid is om ondanks het door haar toegegeven falen een passende oplossing te zoeken heeft de vader melding gedaan van de handelwijze van Abrona aan de voorzitter van de Raad van Bestuur en heeft vervolgens MS bij Abrona weggehaald